Een kleine kunstbeurs, van hoge kwaliteit. Dat was de belofte waarmee de galeriehouders Sara Lang en David van Doesburg vorig jaar NAP+ lanceerden. De Amsterdamse kunstbeurs was een succes, daarom opent deze week de tweede editie.
Het werk van kunstenaar Thomas Kuijpers: ‘When The Twins Were Still Beautiful’ op kunstbeurs NAP+ 2024 in Amsterdam
Kunstbeurzen worden voor galeries steeds belangrijker, merkt Lang. Zij runt Lang Gallery samen met haar vader en groeide op tussen de kunst. Ze herinnert zich hoe levendig galeries eind vorige eeuw waren: ‘Soms kon je haast niet naar binnen als er een opening was. En als er een sterke expositie was, ging het als een lopend vuurtje door de stad: ‘Ben je al bij die galerie geweest?’’
Die tijden zijn voorbij. Inmiddels ontvangen galeries weinig bezoekers, terwijl kunstbeurzen steeds populairder worden bij het publiek. De meeste galeries halen daar de helft van hun omzet binnen. Bezoekers gaan er niet alleen heen om kunst te kopen, maar ook om te socializen, als cultureel uitje.
Toch hoort Lang ook klachten over de kwaliteit van de presentaties in de beursstands: ‘De laatste jaren heb ik vaak gehoord van ervaren bezoekers dat ze kunstbeurzen saai vinden. Ze zeggen: ‘Ik weet al precies wat de galeries gaan laten zien.’’
Te hoge kosten
Een belangrijke oorzaak hiervan is volgens haar de hoge kosten voor deelname aan kunstbeurzen. Hierdoor spelen galeries op veilig en tonen ze hun meest verkoopbare werken. ‘Zonde’, zegt Lang, ‘want in de galeries zie ik wél spannende en experimentele presentaties, maar daar komt niemand op af.’
Voor NAP+ kozen Lang en Van Doesburg daarom een alteratief model: deelname aan de beurs kost 3.500 euro. Dat is flink lager dan deelnemen aan bijvoorbeeld Art Rotterdam. En op internationale topbeurs Art Basel kost de kleinste stand al tienduizenden euro’s, voor de happy few die door de ballotage komen.
Goedkopere beursstands kunnen leiden tot goedkopere kunst, ziet Lang: ‘Een aantal galeries laat heel jonge kunstenaars zien, hun werk is meestal betaalbaarder. Maar er zijn ook galeries die deze kans aangrijpen om één grote ambitieuze installatie te laten zien. Die verkoopt misschien niet, maar dan heb je wel mega-goeie marketing.’
Thomas Kuijpers
Die laatste strategie werd vorig jaar door The Ravestijn Gallery omarmd. Die galerie toonde op NAP+ een onvergetelijke installatie van kunstenaar Thomas Kuijpers: When The Twins Were Still Beautiful. Hij had zijn ontzagwekkende verzameling uitgestald van allerhande spullen waarop de Twin Towers zijn te zien: posters, ansichtkaarten, videobanden, puzzels en bekers. De galerie werd beloond met een prijs voor ‘de beste stand’ en mag dit jaar gratis meedoen.
Lang vertelt dat het managen van NAP+ voor haar en voor Van Doesburg best uitdagend is. Dit jaar doen er 45 galeries mee: ‘Ik bekijk bijna dagelijks de begroting. Financieel worden we niet veel wijzer van het organiseren van de beurs. We doen dit allemaal ook niet voor de kaartverkoop. Als de mensen die komen maar intrinsiek geïnteresseerd zijn in hedendaagse kunst.’
NAP+, Centrale Markthal, Amsterdam, 12/09 t/m 14/09
Luister hieronder naar onze podcast Culturele bagage. Kijk voor al onze podcasts op volkskrant.nl/pod